In het hoger beroepsonderwijs komt beeldonderwijs
voor in het kunstvakonderwijs, op lerarenopleidingen voor het voortgezet
onderwijs en op lerarenopleidingen voor het primair onderwijs pabo).
Het kunstvakonderwijs
blijft hier buiten beschouwing.
PABO Aan pedagogische
academies (opleiding tot leraar primair onderwijs) komt beeldonderwijs voor als
onderwijs in de beeldende vakken tekenen en handvaardigheid, doorgaans gecombineerd
en soms kortweg beeldonderwijs of beeldend onderwijs genoemd.. Eigen beeldende ontwikkeling en
pedagogisch-didactische vorming met het oog op een toekomstige functie als
leraar basisonderwijs gaan hand in hand.
Om de pabo te mogen doen heb je een havo- of vwo-diploma nodig. Studenten met een mbo-opleiding op niveau 4 mogen ook aan de opleiding beginnen.
Veel hogescholen bieden een tweejarig deeltijdprogramma aan voor studenten die al een universitaire of hbo-opleiding hebben afgerond. Deze studenten weten namelijk al hoe ze efficiënt kunnen studeren, hebben een bepaalde algemene ontwikkeling of beschikken al voor een deel over de benodigde kennis. Om toegelaten te kunnen worden, moet je soms wel een assessment doen. Klassenassistenten met een mbo-opleiding op niveau 4 kunnen ook toegelaten worden.
Heb je geen van bovenstaande diploma's, dan kun je ook een apart assessment doen, mits je ouder bent dan 21 jaar. Dit heet een 21+-onderzoek. Er wordt dan beoordeeld of je voldoende kennis en vaardigheden hebt om toch toegelaten te worden tot de opleiding.
De opleiding duurt vier jaar (vwo'ers kunnen de pabo vaak versneld doorlopen, in drie jaar). waarna je bevoegd bent voor alle vakken en alle groepen van het basisonderwijs
Lerarenopleiding voortgezet onderwijs
Een lerarenopleiding "beeldende kunst en vormgeving" duurt vier jaar. Daarna heb je een diploma Bachelor of Fine Arts in Educationen ben je volledig bevoegd om beeldonderwijs te geven op alle niveaus van het onderwijs en ook in de buitenschoolse kunst- en cultuureducatie.
De eigen beeldende ontwikkeling (het maken van beeldend werk) is daar doorgaans
belangrijker dan op pedagogische academies, zeker als op die hogeschool ook een kunstvakopleiding (academie) heeft.
Vanaf 2006 zijn er ook Master of Education in Arts opleidingen. Die geven weliswaar geen hogere bevoegdheid, maar ze zijn wel belangrijk voor verdieping en verbreding. Een masterstudie Education in Arts bestrijkt het gehele kunstvakgebied en leidt op voor staf- en leidinggevende functies in het buitenschoolse en voor CKV.